Hoe zet deze crisis het werk op scholen in het licht?

Mijn reguliere opleidingswerk op scholen is nagenoeg stil gevallen. Scholen hebben genoeg te verteren en zitten (nog) niet op nieuwe impulsen te wachten. Daarbij vertrouw ik erop dat de daltonscholing nu ook zonder mij genoeg impulsen krijgt. Welke zijn deze impulsen en hoe en waarin leiden ze op?

Ergens weet ik dat het gaat om essentiële vakinhoud met betrekking tot interactie, die tot nu toe vaak impliciet blijft. Het wekt nieuwsgierigheid en spreekt moed aan deze te expliciteren.

Komende weken zal ik mijn gewaarwordingen delen over wat we kunnen leren van deze crisis en hoe we verzorgen dat het geleerde een plek krijgt in ons werken op school (als deze straks weer open gaan)? In onze attitude, in ons ritme, in ons handelen. Dit eerste deel gaat over welke moed nodig is, als er iets nieuws van mensen wordt gevraagd, iets wat we nog niet kennen.

Moed gevraagd

Corona doet beseffen

beter nog erkennen

dat in het niet-weten

fouten onontkoombaar zijn

Door horen wat het bewerkstelligt

roept verantwoordelijkheid op

Dwars door de mazen van de wet heen

werkt wat het kind behoeft

en het in jou roepende kind samen

in het vinden van een weg

In de zone van naaste ontwikkeling

verkennen, experimenteren, onderzoeken

ontdekken wat wel mogelijk is

Samen delen en ervan leren

Met elkaar

iets neerzetten

wat werkt

en waarin iedereen

van waarde is.

Deze periode leert ieder van ons iets. Iets over waar we vaak niet aan gaan, of geen urgentie voor voelen. Namelijk, ontwikkeling is per definitie onbepaald. Je kunt het voor je zien, je kunt het inschatten, scenario's bedenken, maar wat het exact zal worden, hoe het zal uitpakken, dat weet je niet. Het is inherent aan ontwikkeling en het is exact dat waar Biesta in mijn ogen aandacht voor vraagt in zijn boek "Het prachtige risico van onderwijs".

Deze bizarre tijd toont ons de sfeer van het onbepaalde, het onbekende, en laat zien wat het bewegen in die sfeer teweeg brengt, als je je er aan durft over te geven.

Het laat vol in de zone van naaste ontwikkeling stappen, samenwerken, bijdragen waar je kunt en van waarde zijn in het geheel. Wat een energie, creativiteit en inventiviteit komt er dan los!

De keerzijde is er ook: angst. Angst die doet vluchten, verkillen en vechten.

En hoewel die echt steeds weer opduikt overheerst het gevoel van er samen voor staan, in gesprek gaan, leiding/verantwoordelijkheid nemen en geven en elkaar opleiden in dat wat gedaan heeft te worden en dit stap voor stap aangaan.

The experiences is indeed the only real teacher (Helen Parkhurst), wordt ten volle verstaan.

Toen de scholen dicht gingen, toonden zij te weten hoe grond te creëren voor leren en leren van elkaar. Als vanzelfsprekend kwamen leerkrachten bij elkaar en gingen in gesprek over de vraag die de behoefte van een ieder raakt: Hoe willen we in contact komen met de kinderen? En daar startte het leerproces. Geholpen door de urgentie en een gezamenlijk doel, verdiepten leerkrachten zich razendsnel in de mogelijkheden. In no time is er iets neer gezet wat zich stap voor stap mag gaan ontwikkelen.

Het niet anders kunnen dan experimenteren laat herinneren hoe leren als mens gaat. Welke attitude het vraagt en hoe divers het er voor iedereen uitziet. Juist die diversiteit is gevraagd, om in het geheel verder te komen. Alleen samen kunnen we het klaren. Vluchten is geen optie (meer). Iedereen neemt de eigen verantwoordelijkheid in het geheel en verricht het werk wat gevraagd is.

Het geeft de kans je bewust te worden welke taak je neemt in het geheel, waarin jij van waarde bent als mens. Daar woorden voor vinden en dat delen met elkaar geeft rust. Juist nu (werk- en thuis-) contexten samenvallen, lijkt het erkennen en er woorden aan geven van belang om je evenwicht terug te vinden. Het maakt tastbaar welke plek een ieder inneemt en hoe dit samenwerkt met elkaar.

Balans heeft dan meer van doen met maat aangeven van jezelf ten opzichte van de ander of het andere (in iedere context). In plaats van contexten (de juiste) maat aan laten nemen en jezelf er tussen plaatsen.

In de wijze waarop we met elkaar het gesprek aan gaan, ontdekken we iets van een universele werkwijze hoe het contact met elkaar in te richten op ieder niveau (team, kinderen, ouders). Een werkwijze die allerlei bronnen vanuit de kwaliteitszorg, onderwijskunde en begeleidingskunde bij elkaar brengt in een menselijke maat. Een werkwijze waar we ons wel bij bevinden:

  • incheckend het gesprek openen, nieuwsgierig naar hoe het gaat, hoe iedereen erbij zit, horen wat er speelt en welke behoefte eruit naar voren komt;
  • delen hoe iedereen bezig is met het werk, waar je trots op bent, wat je mist en welke vragen leven die het geheel verdiepen;
  • zelfstandig horen in ieders verhalen wat de kern raakt en inspelen op wat er nodig is;
  • kernen samenbrengen als leerstof; in welke kernwaarde zijn we ons aan het ontwikkelen?
  • -ragen naar wat dit ontmoeten heeft (op)gebracht, wat nemen we eruit mee, welke kernwaarde mag meer in het licht komen en welk stapje wil je komende periode maken.

Het op deze manier inrichten van contactmomenten, verzorgt dat de situatie waarin we zitten één grote opleiding is in werken vanuit de daltonkernwaarden verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken, vanuit de grond van vertrouwen. Reflectie kan nog ietwat onderbelicht blijven, maar door de laatste vraag in de werkwijze komt ook deze kernwaarde meer in het licht te staan.

Bewust worden wat je handelen reflecteert blijkt essentieel. Het doet oogsten wat er wordt geleerd op individueel en groepsniveau en prikkelt tot denken over wat effectief is in taakneming.

Mooie dingen die ik heb gehoord, die effectief zijn:

  • Uitspreken met elkaar, dat we missen waar het in onderwijs om draait: het contact met de kinderen.
  • Aandacht hebben voor hoe het met je gaat als mens, niet alleen inlevend, maar ook vragen stellend.
  • Echt samenwerken met elkaar als team, bouw, jaargroep, maar ook met ouders, opvang en experts (in gebiedsteams). De urgentie voelen van elkaar nodig hebben, taken verdelen en het gevoel hebben er samen voor staan.
  • Durven doen wat onbekend is. Durven leren met en van elkaar door in de sfeer van het onbekende te blijven, te evalueren en reflecteren en elkaars kwaliteiten benuttend de volgende stap te bepalen met elkaar.
  • Continu afstemmen is gewoon geworden.
  • Dichtbij het proces van het kind blijven, horen hoe je gevraagd bent en wekelijks bespreekbaar maken wat specifieke kinderen behoeven, als vast agendapunt.
  • Elkaar opleiden door persoonlijke behoeftes uit te spreken.
  • Educatief partnerschap ouder-leerkracht-kind krijgt razendsnel voorzichtig vorm, doordat ouders een echte taak hebben gekregen. Portfolio-instrumenten die hiervoor al in huis zijn worden "ineens" gebruikt in de mogelijkheden die ze hebben.
  • Instructiefilmpjes maken is gewoon geworden en die als verlengde instructie opnieuw bekijken vanzelfsprekend.
  • De taak is leidend, afgestemd op de kinderen. Met de doelen voor ogen, durven we te schrappen in methodes.
  • Tijd voor persoonlijke gesprekken, nu we minder klassikaal instructie geven. We durven te differentiëren naar behoefte: "Hem spreek ik dagelijks om hem op gang te helpen"
  • Mentorgroepjes om het leren van en met elkaar te ondersteunen, ook buiten jouw gezichtsveld.
  • Creatieve challenges als taakwerk, waarin iedereen zijn ei kwijt kan.
  • Een plek/blackboard om te delen wat belangrijk is wat iedereen weet.

Het een plek geven aan het geleerde zal van ons vragen om ook in de vertrouwde setting, de urgentie te ervaren ons te blijven begeven in de sfeer van het onbekende. Weerstand te bieden aan het je laten opslokken door het bepaalde. Energiek blijven instappen in de tussenruimte van weten en niet weten; de zone van naaste ontwikkeling. Dit is de moed die gevraagd is. De moed van durven blijven werken vanuit de sfeer van het onbepaalde, inclusief angst én vertrouwen in wat experimenteren, fouten maken, in contact blijven en leren van fouten te weeg brengt in ontwikkelen wat mogelijk is. Wetend dat juist in fouten maken het kind/jij/de school zijn of haar bestemming/taak leert kennen; opstandingskracht ontwikkelt. Het is deze attitude die gevraagd is, die nieuwe vormen doet creëren om het werk van het kind in het licht te zetten.

Annemarie Wenke

Pasen 2020


PDF versie Hoe zet deze crisis het werk op scholen in het licht